
Nog niet goedgekeurd? Bereid je voor
Nu het aantal bedrijven dat verplichtingen aangaat exponentieel toeneemt, moeten langere validatietijden en/of een striktere toepassing van de criteria worden verwacht. In de meeste gevallen moeten de belangrijkste principes zoals de ‘absolute inkrimping’ duidelijk worden gevolgd, aangezien er geen gevalsgewijze analyse van de specifieke context van bedrijven meer is (behalve voor de meest recente sectorale richtlijnen zoals luchtvaart of netto nul voor financiën).
Een goede voorbereiding is dus nu meer dan ooit vereist. Om de validatierisico’s en -kosten te minimaliseren, moeten bedrijven beschikken over een robuuste CO2-voetafdruk (conform het GHG-protocol, zonder ongerechtvaardigde uitsluiting van Scope 3-emissiebronnen ) en een duidelijk begrip van de toe te passen doelcriteria, maar ook over echte steun van het management voor de SBT-uitdaging.
Committeren aan een 1,5°C-traject (en a fortiori het netto-nul-traject) is niets anders dan anekdotisch. Dit gaat verder dan de gemakkelijke no-regret acties en vereist het betrekken van andere belanghebbenden (leveranciers, klanten, onderaannemers…), wat een goed actieplan en de juiste middelen (technisch, financieel, menselijk) vereist.
Nu er een ‘kritische massa’ is bereikt, sijpelen de wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen geleidelijk door in de waardeketens tot in sectoren die voorheen buiten de focus van het klimaatbeleid vielen (bijv. de halffabricatenindustrie). Dit is al zichtbaar in programma’s voor het betrekken van leveranciers of financiële instellingen die de door hen gefinancierde emissies aanpakken. Na wat pionierswerk komt nu het risico dat we achter de SBT-trein aanlopen…
Je doelen zijn goedgekeurd: wat nu?
De wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen evolueren, uitgedaagd door terechte kritiek op het toenemende risico van greenwashing. Bedrijven moeten voortdurend anticiperen op deze veranderingen. Met het groeiende aantal en de verscheidenheid aan klimaatclaims hebben NGO’s regelmatig inconsistenties en zwakke punten van deze claims vastgesteld, waarvan sommige verband houden met de wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen. Hoewel enkele technische punten van kritiek naar onze mening minder relevant waren (bijv. de keuze van het basisjaar, Scope 3-dekking…), zijn andere zeker van essentieel belang om te benadrukken, zoals de rol van compensatie in netto-nul-strategieën.
Een gebied waarop verbetering wordt verwacht, is de bewaking en verificatie van de voortgang ten opzichte van de doelstellingen. Bedrijven moeten op transparante wijze hun emissiereductie bekendmaken en elke afwijking van hun geplande traject rechtvaardigen. Ze moeten ook noodplannen opstellen voor dergelijke afwijkingen.
Het behalen van de doelstellingen moet de prioriteit blijven van elk betrokken bedrijf. Vanuit onze ervaring bij @Climact is dit altijd de grootste uitdaging, of je nu een groot bedrijf bent of een MKB-bedrijf. Grote bedrijven moeten diepgaande veranderingen in hun bedrijfscultuur doorvoeren om elk proces en elke entiteit af te stemmen op het SBT-traject. KMO’s hebben te maken met specifieke barrières om hun uitstoot te verminderen (als huurder heb je bijvoorbeeld geen controle of invloed op de HVAC of elektriciteitsvoorziening van het kantoor).
De enige vraag die een bedrijf zichzelf zou moeten stellen om te weten of ze goed bezig is met het klimaat is ongewijzigd: “Dalen mijn absolute full-scope emissies elk jaar voldoende?”.
Uiteraard zijn op klimaatwetenschap gebaseerde doelstellingen niet alles. Andere klimaatuitdagingen (bv. aanpassing, beoordeling van klimaatrisico’s) en ESG-duurzaamheidsdimensies moeten dringend worden aangepakt. Klimaatdoelen die verenigbaar zijn met 1,5°C blijven echter absoluut noodzakelijk om te anticiperen op risico’s en kansen voor elk bedrijf.
Laatste nieuws & publicaties
-
Nieuws
Waarom is klimaatrisico belangrijk?
-
Energy
De evoluerende energiestrategie van België: van kernuitstap naar potentiële verdubbeling
-
Legal & Regulatory Advisory
De Clean Industrial Deal (CID): een nieuw tijdperk voor de Europese industrie met een evenwicht tussen concurrentievermogen en duurzaamheid