Het elektriciteitsverbruik van digitale technologieën is niet anekdotisch. Het zal waarschijnlijk verdrievoudigen in de komende 10 jaar, volgens een recente verkennende studie van Climact. Hoewel digitalisering andere sectoren kan helpen om hun milieu-impact te verminderen, is het toch noodzakelijk om op deze evolutie te anticiperen om ervoor te zorgen dat de klimaatdoelstellingen van Wallonië en België worden gehaald.
Een eerste verkennende studie om het elektriciteitsverbruik van de digitale sector te schatten.
Zoals iedereen weet, zijn digitale oplossingen de afgelopen jaren massaal ingezet, van onze connected horloges tot cloud-gebaseerde gedematerialiseerde toepassingen.
De impact van ICT op de komende energietransitie is echter nog niet goed bekend. Hoewel digitale oplossingen de uitstoot van bepaalde sectoren kunnen helpen verminderen (automatisering van de verwarming van gebouwen, verbetering van het elektriciteitsnet, toepassingen voor het delen van activa zoals auto’s, enz.
Op vraag van het Departement Energie van de Waalse Overheidsadministratie en het Waalse Agentschap voor Lucht en Klimaat voerde CLIMACT een eerste verkennende studie uit om het elektriciteitsverbruik van het gebruik van digitale oplossingen in Wallonië en de impact ervan op de regionale klimaatdoelstellingen tegen 2030 in te schatten.
Het elektriciteitsverbruik van het gebruik van ICT in Wallonië bedraagt ongeveer 1,4 TWh, wat overeenkomt met meer dan 90% van de Waalse onshore windproductie en meer dan het jaarlijkse verbruik van de Belgische treinen.
Op basis van de wetenschappelijke literatuur, interviews met experts en een “Bottom-up” analyse, schat CLIMACT dat het elektriciteitsverbruik voor het gebruik van digitale technologieën in Wallonië ongeveer 1,4 TWh bedraagt. Dit verbruik omvat het verbruik van huishoudelijke en zakelijke terminals (schermen, computers, smartphones, enz.), netwerken (vast en mobiel) en datacenters (zie figuur 1). Dit vertegenwoordigt ongeveer 8% van het Waalse elektriciteitsverbruik1 , wat overeenkomt met meer dan 90% van de Waalse windenergieproductie2 , en meer dan het jaarlijkse verbruik van de Belgische treinen3. Bovendien is er ongeveer 0,4 TWh elektriciteit nodig voor de productie van de apparatuur, die vaak buiten Wallonië plaatsvindt. In termen van energie (buiten elektriciteit) is meer dan de helft van het verbruik gerelateerd aan de productie van de apparatuur.
Figuur 1: Bottom-up schatting van het elektriciteitsverbruik van de Numeric gekoppeld aan het gebruik in Wallonië in 2018.4
In deze schatting is dus geen rekening gehouden met het aantal sensoren van het internet van dingen, die binnenkort massaal zullen worden ingezet en de hoeveelheid overgedragen en opgeslagen gegevens aanzienlijk zullen doen toenemen.
Tegen 2030 kan dit verbruik verdrievoudigd zijn.
Het verbruik van apparatuur en infrastructuur zal naar verwachting snel toenemen, vooral vanaf 2025. Deze stijging zal voornamelijk worden aangedreven door het verbruik van netwerken en datacenters, terwijl het verbruik van terminals zal stabiliseren of zelfs zal dalen dankzij verbeteringen in de energie-efficiëntie.
Figuur 2: Toekomstig elektriciteitsverbruik van ICT in Wallonië per type apparatuur, in een verwacht scenario.5
5.
De overeenkomstige broeikasgasemissies zullen ook verdrievoudigen tegen 2030, maar volgens een meer lineaire trend in vergelijking met het elektriciteitsverbruik als gevolg van de verwachte evolutie van de Belgische elektriciteitsmix rond 2025. Gezien de klimaatambities van de regio, België en Europa, moet er geanticipeerd worden op deze evolutie van de emissies.
Het is belangrijk om deze consumptie te monitoren, te anticiperen op de evolutie ervan, de positieve effecten van digitale technologieën te maximaliseren en waarschijnlijk te debatteren over de beste toepassingsprioriteiten.
Op korte termijn is het daarom belangrijk om op deze ontwikkeling te anticiperen door gediversifieerde maatregelen te nemen, zoals
- Het identificeren en beter monitoren van dit verbruik op nationaal en regionaal niveau, met het oog op de volledige levenscyclus,
- Een koolstofarme routekaart voor de digitale sector ontwikkelen,
- vaststellen welke digitale oplossingen nodig zijn om een koolstofarme overgang te ondersteunen,
- Voorzorgsmaatregelen treffen om “rebound effecten” te voorkomen, d.w.z. de toename van digitaal gebruik die de winst van energie-efficiëntie tenietdoet,
- Bewustmaking van de spelers in de sector en het grote publiek,
- stimulansen of zelfs normen bieden om de positieve effecten van ICT op het klimaat te maximaliseren en tegelijkertijd de risico’s van negatieve effecten te minimaliseren.
Daarom moeten we er samen over nadenken, in volledige samenwerking met de sector.
1 IWEPS, SPW, ICEDD, 2017.
2 APERE, Observatoire éolien – production annuelle Wallonie, 2019.
3 SNCB, 2019.
4 DGo4, Google, Hootsuite & We are Social, EnergyCalculator.com, various data about devices consumption, Climact analysis.
5 Climact, basé sur A. Andrae, 2019.