Het beschermen en behouden van de planeet is vandaag de dag van vitaal belang. Elk bedrijf heeft de plicht om bij te dragen, maar wel op de best mogelijke manier. Zonder de makkelijke weg te kiezen of toevlucht te nemen tot benaderingen en greenwashing. Dit artikel behandelt de basiselementen van een CO2-voetafdruk, zodat je een volwaardige speler in de klimaattransitie kunt worden.
Hoe meet u uw uitstoot?
Een uitgebreide en robuuste CO2-voetafdruk is het uitgangspunt voor elke klimaatstrategie. Om dit te bereiken is het essentieel om de bronnen van broeikasgasemissies (BKG) te identificeren die direct of indirect afhankelijk zijn van de activiteiten van de organisatie.
De koolstofvoetafdruk omvat alle broeikasgasemissies die gepaard gaan met de activiteiten van een organisatie over een bepaalde periode.
Wat betekent dit in de praktijk? Emissies worden berekend door activiteitsgegevens te vermenigvuldigen met emissiefactoren.

De belangrijkste vraag is daarom om de grenzen van de activiteiten te bepalen waarmee rekening moet worden gehouden. Om dit te doen, moet je de grenzen van de organisatie bepalen, d.w.z. welke vestigingen, dochterondernemingen of onderaannemers in aanmerking moeten worden genomen. Er zijn zeer nauwkeurige regels, en het is essentieel om deze te volgen om ervoor te zorgen dat je berekening robuust is.
Van de bestaande normen is het GHG-protocol momenteel internationaal het meest erkend voor de boekhouding en rapportage van broeikasgassen. Dit protocol beschrijft duidelijk de emissiebronnen waarmee rekening moet worden gehouden en de rapportagestructuur die moet worden toegepast.
Zodra de organisatorische grenzen duidelijk zijn gedefinieerd, moet er onderscheid worden gemaakt tussen directe en indirecte emissies(operationele grenzen). Het GHG-protocol verdeelt emissiebronnen in drie verschillende operationele grenzen:

Figuur 1: Overzicht van de perimeters van het GHG-protocol en de emissiebronnen in de waardeketen van een bedrijf. Bron: GHG-protocol.
- Scope 1: directe emissies gecontroleerd door of in het bezit van de organisatie
- Scope 2: indirecte emissies als gevolg van de productie van elektriciteit, warmte, koeling of stoom ingekocht door een organisatie.
- Scope 3: andere indirecte emissies die een gevolg zijn van de activiteiten van het bedrijf, maar die afkomstig zijn van bronnen die eigendom zijn van of gecontroleerd worden door een ander bedrijf.

Met welke operationele reikwijdte moet rekening worden gehouden?
De vraag naar de reikwijdte rijst nog steeds. Hoe ver moeten we gaan in het tellen van emissies? Ondanks de specifieke eis van het GHG-protocol om alle emissies (direct en indirect) te verantwoorden, verantwoorden veel bedrijven slechts een deel van hun emissies. Door het toepassingsgebied van de emissies te beperken tot de emissies waarover het bedrijf controle heeft, kan het de last van het verantwoorden van zijn emissies verminderen en significantere relatieve reductiedoelstellingen communiceren. Bovendien zal een beperkter toepassingsgebied de potentiële kosten verlagen van externe mechanismen zoals compensatie, die regelmatig in twijfel worden getrokken. Het is des te verleidelijker omdat het wordt toegestaan door bepaalde andere normen (ISO 14064, PAS 2060) die eigenlijk alleen vereisen dat scope 1 en 2 in aanmerking worden genomen.[1].

Figuur 2: Benchmark die de diversiteit van de emissierapportage door bedrijven in de bouwsector in Europa laat zien. Bron: CLIMACT.
De benadering met een beperkte reikwijdte brengt echter risico’s met zich mee en stelt een organisatie niet in staat om de kansen te grijpen die gepaard gaan met het in aanmerking nemen van emissies in de hele waardeketen. Meer dan risico’s biedt het benutten van kansen om een speler te worden in de transitie door te beginnen met een volledige CO2-voetafdruk van het bedrijf, zoals geïllustreerd in de onderstaande figuur.

Figuur 3: Mogelijkheden gekoppeld aan het opnemen van een volledige koolstofvoetafdruk. Bron: CLIMACT.
Concluderend beveelt CLIMACT aan om de koolstofvoetafdruk te meten met een volledige reikwijdte van emissies om een wereldwijde strategie te ontwikkelen. Het meten van de koolstofvoetafdruk over een breed gebied stelt bedrijven in staat zichzelf de juiste vragen te stellen en gestructureerde, effectieve maatregelen te nemen tegen klimaatverandering.
[1] Bijvoorbeeld, PAS2060 staat de uitsluiting toe van scope 3 categorieën waarvoor boekhouding niet “technisch of praktisch haalbaar, of kosteneffectief” is.
Laatste nieuws & publicaties
-
Legal & Regulatory Advisory
De Clean Industrial Deal (CID): een nieuw tijdperk voor de Europese industrie met een evenwicht tussen concurrentievermogen en duurzaamheid
-
News
SBTi blijft de meest robuuste manier om een op 1,5° afgestemde ambitie van een bedrijf aan te tonen
-
Industry and services
Waarom is het essentieel voor kmo’s om een klimaatstrategie te ontwikkelen?